Je spaargeld, een appeltje voor de dorst
Je financiële situatie kent goede en minder goede tijden, dat is een fact of live. Als je dan geen financiële reserve hebt, geeft dat een onzeker gevoel. Het is dus altijd een goed idee om een appeltje voor de dorst te hebben als je die mogelijkheid hebt.
Veel mensen hebben dan ook wat spaargeld op de bank staan. Soms is dit niet meer dan een paar duizend euro, voor een eventuele reparatie aan de auto of de vervanging van een huishoudelijk apparaat.
Maar soms is het spaargeld in de loop der jaren aanzienlijk aangegroeid. Als dat bij jou het geval is dan vraag je je misschien af hoeveel spaargeld je eigenlijk mag hebben zonder dat je er belasting over hoeft te betalen?
Inkomstenbelasting en vermogensbelasting
Het klinkt een beetje oneerlijk, maar stel dat jij geld hebt verdiend en dat niet helemaal opmaakt maar gedeeltelijk op een spaarrekening zet. Over je inkomen heb je al belasting betaald voordat je je netto loon kreeg. Een deel daarvan zette je op je spaarrekening. Je zou dus zeggen: ik heb al belasting betaald.
Toch moet je er rekening mee houden dat de Belastingdienst op een gegeven moment aan je deur klopt. Of liever gezegd: dat je jezelf moet aanmelden bij de Belastingdienst om aan te geven dat je een bepaalde hoeveelheid spaargeld hebt.
Als jouw spaargeld namelijk een bepaalde drempel overschrijdt, wordt het spaargeld opgeteld bij je vermogen. En als je vermogen een bepaalde drempel overschrijdt, moet je extra belasting betalen.
Waarom moet je belasting betalen over je vermogen?
De Belastingdienst gaat er vanuit dat je geld verdient aan je vermogen. Of dit nu spaargeld is, vastgoed of andere beleggingen, de Belastingdienst gaat ervan uit dat je een zeker rendement haalt. Dit rendement rekenen ze niet uit en je hoeft het ook niet aan te tonen. Men gaat uit van een fictief rendement, ook wel forfaitair rendement genoemd.
Dus ook als jij helemaal niets verdient op je vermogen en bijvoorbeeld tonnen op de bank hebt staan maar daar 0% rente over ontvangt, dan nog gaat de Belastingdienst ervan uit dat dat wel het geval is.
Andersom: als jij meer dan het fictieve rendement weet te vergaren, dan hoef je niet méér belasting te betalen dan het bedrag dat gebaseerd is op het fictieve rendement.
Vanaf welk bedrag telt het spaargeld mee als vermogen?
Sinds 1 januari 2021 is de drempel verhoogd en vastgesteld op vijftigduizend euro. Als je dus minder dan €50.000 op je spaarrekening hebt staan, dan hoef je dit niet mee te tellen voor je vermogen.
Ook al heb je nog andere vermogensonderdelen waar je wel vermogensbelasting over moet betalen, het spaargeld hoef je dan niet mee te rekenen. De overheid vindt blijkbaar dat iedereen recht heeft op een spaarpot van vijftigduizend euro.
Fictief rendement van 1,9%
Zoals gezegd moet je wel ‘vermogensbelasting’ over vermogen betalen. Eigenlijk is het geen belasting maar een vermogensrendementsheffing. Het is geen belasting over je vermogen maar een heffing over hetgeen je verdient met je vermogen.
Zoals gezegd wordt de belasting berekenend over een fictief rendement. Dit fictief rendement is momenteel gesteld op 1,9%. Over dit fictieve rendement betaal je 31% belasting.
De drempel van €50.000 geldt overigens per persoon. Heb je voor de belastingen een partner (fiscaal partnerschap), dan mag je dus €100.000 belastingvrij sparen voordat het spaargeld gaat meetellen voor het vermogen.
Spaargeld boven de €50.000
Bij een spaarbedrag van boven de €50.000 betaal je heffing over een hoger fictief rendement. De overheid gaat er namelijk vanuit dat je met een groter vermogen meer beleggingen met hoog rendement zult hebben en relatief minder spaargeld.
De peildatum voor het bepalen van de hoeveelheid spaargeld is 31 december. Het is dus goed om daar rekening mee te houden, zeker als je net aan de grens van de €50.000 zit en de mogelijkheid hebt om wat geld van de spaarrekening op te nemen. Dit is uiteraard niet mogelijk als het spaargeld vast staat.
Wat kun je nog meer doen om box 3 te verlagen?
Als zo min mogelijk belasting over spaargeld (fictief vermogensrendement) wilt betalen is het dus zaak het spaargeld en ander vermogen zo laag mogelijk te houden. Dit kun je doen door het geld een andere locatie of bestemming te geven. Gelukkig zijn daar wel wat legale mogelijkheden voor. Er is een aantal oplossingen om op box 3 te besparen:
- Geld schenken aan familie. Technisch gesproken ben je het geld dan natuurlijk kwijt maar misschien wil je het in overleg aan een nabij familielid schenken.
- Iets kopen. Vóór 1 januari een auto, camper, boot, andere roerende zaak of een groene (= belastingvrije) belegging aanschaffen.
- Schulden afbetalen. Het is natuurlijk altijd een goed idee om nog openstaande schulden of een deel van de hypotheek aflossen vóór 1 januari. Let wel op eventuele boetebedingen bij vervroegd aflossen van de hypotheek. Doorgaans mag je niet meer dan 10% per jaar aflossen.
- Een schenking doen aan een erkend goed doel. Als je schenking naar een ANBI (algemeen nut beogende instelling) gaat is deze bovendien aftrekbaar van je belastbaar inkomen.
Samenvatting belasting en spaargeld
Samenvattend is over belasting en spaargeld dus het volgende te stellen: tot een bedrag van €50.000 is er geen probleem en voor partners zelfs tot €100.000.
Alles daarboven telt mee in box 3, je vermogen. Over het fictief rendement dat is vastgesteld op 1,9%, betaal je 31% rendementsheffing.
Gaat het om hogere bedragen, vraag dan advies over manieren om het vermogen in box 3 naar beneden te krijgen, zodat je niet meer belasting betaalt dan nodig is.